Vroegboekkorting zomer 2025: klik hier

Regenwouden, bergen, en een schitterende kuststrook. Over Olympic National Park wordt wel ooit gezegd, dat het drie parken in één zijn. Het park ligt in de Olympic Mountains, die onderdeel vormen van de reeks van bergketens nabij de kust, die samen de Coast Ranges worden genoemd. In de westelijke rivierdalen Hoh River, Queets River, Quinalt River en Bogachiel River regent het enorm veel, zo'n 4000 mm per jaar. Dankzij de bescherming van de bergen bereikt de temperatuur in deze gebieden maar zelden het vriespunt, en in de zomer wordt het vrijwel nooit warmer dan 26º C. De bomen- en plantengroei in deze rivierdalen is uitzonderlijk mooi, er staan gigantische bomen die soms wel 90 meter hoog zijn, en een omtrek kunnen hebben van zo'n 7 meter. En op de bodem wordt elk stukje in beslag genomen door levende planten, zoals mossen en varens, waardoor de regenwouden een jungle-achtige uitstraling hebben. Het midden van het park bestaat uit bergen en gletsjers. De bergen zijn niet uitzonderlijk hoog, Mount Olympus is met z'n 2.400 meter het hoogste punt. Dankzij het milde klimaat en de geringe hoogte, is dit wildernisgedeelte van het park dan ook relatief eenvoudig voor hikers die de backcountry willen verkennen. Aan de oostzijde van de bergen is het – in tegenstelling tot aan de westzijde – juist erg droog. Alleen in Zuid-Californië valt minder regen dan hier. Aan de 57 mijl lange kuststrook kan je veel getijdenpoelen en sea stacks zien. Sea stacks zijn de ruige rotsen die behoren tot het voorgebergte, en die door het water in grillige vormen zijn geërodeerd.

2507Olympic[2]